donderdag 6 december 2012

Onkruid vergaat niet

Een combinatiefunctionaris is een ambtenaar die dingen doet die eigenlijk door scholen, ouders en verenigingen moeten worden gedaan. Een combinatiefunctionaris is het onkruid dat je op ziet bloeien op de resten van ontbindende samenlevingen. Op plaatsen waar de mensen zelf niet meer het cement van de samenleving zijn bloeit de combinatiefunctionaris tierig. In oude wijken van grote gemeentes doen ze goed werk. Als burgers elkaar niet meer aankijken en niet meer voor hun buren zorgen ziet dit woekerende onkruid er uit als een vrolijk bloemetje op de puinhopen. Maar het gaat verder, want het schiet ook wortel in de zelfredzame Boskoopse samenleving. Om zich te nestelen op plaatsen waar hij eigenlijk niet thuishoort volgt de combinatiefunctionaris een uitgekiende guerrillatactiek.

Het begon in de vorige raadsperiode, toen een onoplettende wethouder zich “gratis” een tweetal combinatiefunctionarissen in de maag liet splitsen. Als rechtgeaarde Hollander spitste hij zijn oren bij dat toverwoord. “Gratis” personeel, wat wil je nog meer? Niet alle wethouders zijn scherp. “Gratis” medewerkers worden wel betaald door een andere overheid, maar dat, omdat alle overheden door ons worden betaald, de kosten uiteindelijk weer bij de belastingbetaler uitkomen. Dus met enig gemor ging de raad akkoord met een pilotproject, waarbij de opdracht aan de combinatiefunctionaris was om te onderzoeken of zijn bestaan wel nut had. Dat de combinatiefunctionarissen gestuurd werden door het Alphense Sportspectrum (dat is één van de twee geldverslindende Alphense uitvoeringsorganen) was de raad toen waarschijnlijk nog niet duidelijk.

Inmiddels zijn we een jaartje verder en is het tijd voor een evaluatie. Iedereen loopt weg met de combinatiefunctionaris! De scholen zijn zo blij dat hij klussen doet die ze eigenlijk zelf zouden moeten doen dat ze zich nu al afvragen hoe het onderwijs de afgelopen 2000 jaar zonder kon. Ook de verenigingen jubelen, want die gratis werknemer bezorgt ze gratis leden! Dat ze voor 120.000 euro per jaar 80 kinderen begeleiden naar een sportvereniging is voor hen geen issue. Het is immers hun geld niet. Dappere gemeenteraad die zich tegen zoveel enthousiasme te weer stelt.

De kritische vragen van de gemeenteraad over wie straks de kosten gaat betalen als de combinatiefunctionaris niet meer ‘gratis” is worden door het college vakkundig ontweken. “Het is nu nog niet het moment om ons dat af te vragen, dat doen we over een jaar” Natuurlijk doet u dat pas over een jaar! U hoopt erop in dat jaar inmiddels zoveel goodwill voor uw werkgelegenheidsproject voor werkloze jeugdwerkers te hebben gekweekt dat de raad niet anders zal besluiten en dat de samenleving voor de kosten opdraait.

Naast de vraag of het rechtvaardig is om 16000 Boskopers te laten betalen voor de gymles van 80 kinderen speelt de meer fundamentele vraag welke samenleving je voor ogen hebt. De Amerikaanse president Ronald Reagan zette het scherp neer toe hij vertelde wat hij de meest angstaanjagende zin in zijn taal vond: “Ik ben van de overheid en ik ben er om u te helpen!” De immer groeiende behoefte van overheden om zich steeds vaker en meer te bemoeien met de keuzes van de burger moet door krachtige gemeenteraden worden geremd. Gemeenteraden die durven verder te kijken dan de sympathieke, enthousiaste blikken van betrokkenen, maar zich de vraag stellen wie waar voor verantwoordelijk is en mensen op hun verantwoordelijkheid aan spreken.

woensdag 28 november 2012

Overbruggen - Een tientje per gezin

We krijgen bij de gemeentelijke fusie nu eindelijk de Boskoopse wind er onder. Regeren gaat in tijden van crisis vooral over zuinig zijn. Zuinig besturen is in Boskoop al vijftien jaar geleden uitgevonden en onze fusiepartners maken inmiddels royaal gebruik van onze kennis en kunde op dat terrein. Het is dan ook vreemd dat dit jaar Boskoop de belasting verhoogt en cadeautjes gaat uitdelen.

Onze buren doen het beter. Alphen heeft een sluitende begroting en houdt de lasten voor de burgers gelijk. De Boskoopse VVD-fractie is verbaasd dat gidsgemeente Boskoop de begroting sluit met een belastingverhoging. Het gaat slechts om een tientje per gezin per jaar, maar dan toch.

De VVD heeft nog geprobeerd om die lastenverzwaring tegen te houden, maar de meerderheid van de raad koos ervoor het toch te doen. We sturen het college er niet om naar huis, want met dat tientje per gezin leveren we Boskoop netjes af in de fusie, terwijl aan de andere kant van de N11 nog een jaar lang hard moet worden gewerkt om dat te bereiken. Dat is ook iets waard.

Door die lastenverzwaring valt het voorstel van de raadscommissie “Boskoop Ent” om de Boskopers iets “leuks” na te laten bij mij verkeerd. Cadeautjes uitdelen is altijd leuk, maar wie eerst de belasting een tientje verhoogt om daarna een cadeau van een tientje te geven, geeft een sigaar uit eigen doos. Daarnaast vraagt de fractie van de VVD zich af of de uitgifte van een “Compact Disk” (dat is een geluiddrager uit de vorige eeuw)wel aansluit bij de behoefte van de Boskopers. De gemeenteraad van Alphen besloot geen ijsbaanexploitant te zijn; Boskoop hoeft van de VVD geen platenbaas te worden.

Er zit veel muziek in de Boskoopse samenleving. De grondgedachte van de commissie Boskoop Ent is goed. Dat is te combineren tot een beter voorstel. Het hoeft niet alleen popmuziek te zijn, maar kan ook best andere Boskoopse geluiden laten horen. Het kan aansluiting zoeken bij evenementen als ‘Flora Live!”, die in het Flora Theater worden georganiseerd en waar veel Boskopers enthousiast aan deelnemen, zonder dat er gemeenschapsgeld aan wordt besteed.

Volgens de VVD kunt u prima zelf bepalen welke geluiddrager u opzet om uw favoriete muziek te horen. De overheid geeft uw geld slechts uit voor zaken die in het algemeen belang zijn en die u zelf niet kunt regelen. Met die inzet zullen we in de volgende raadsvergadering de raad proberen te overtuigen dat we waardig afscheid van Boskoop nemen, met op de achtergrond de tonen van het boskoopse volkslied.

maandag 26 november 2012

Toespraak over de hoofden van Brussel

De meest liberale oplossing voor veel uitdagingen waar onze maatschappij voor staat is een zo snel mogelijke federalisering van Europa. Het verbaast me dan ook zeer dat veel, zich liberaal noemende, opiniemakers zich zo sterk afzetten tegen de gedachte dat de staat der Nederlanden bevoegdheden aan Europa overdraagt. Wat mij betreft zoveel mogelijk, en zo snel mogelijk.

De denkfout die veel toeschouwers van dit Griekse theater maken is dat de oorzaak van alle problemen die we nu hebben worden veroorzaakt door de Europese unie. Niets is minder waar: Alle problemen die we nu ervaren worden veroorzaakt door de leiders van onze natiestaten. De constructie van de EU waar de leiders in Maastricht voor kozen was een ratjetoe van achterlijk provincialisme, nationalisme en de angst voor de behoudende kiezers in het land van herkomst.

De Luxemburgse premier Juncker verwoordde het in één zin: “Ik heb in één dag een perfecte Europese unie op papier gezet, alles wat ik mis is 28 dappere regeringsleiders.” Hij slaat daarmee de spijker op zijn kop. De Europese regeringsleiders buitelen over elkaar heen in hun lokale onbenul en gebrek aan een duurzame visie op onze samenleving. Elke tweedejaarsstudent economie leert dat het avondland in de toekomst vermorzeld gaat worden tussen de opkomende economieën, maar Mark Rutte, Francois Hollande, David Cameron, etc. verkeren nog in de ontkennende fase en poneren op steeds hogere toon hun gebrek aan visie.

De oplossing voor dit nationale probleem (we hebben inmiddels vastgesteld dat Europa zelf het probleem niet is) klinkt eenvoudiger dan het is: Wanneer in de meerderheid van alle Europese landen visionaire regeringsleiders worden benoemd gaan we de goede kant op. Mensen die bereid zijn de kleinburgerlijkheid van hun achterban te negeren en op te trekken naar die mooie toekomst. Ter voorbereiding op die fase stel ik voor dat we een Europees strafhof voor disfunctionerende regeringen instellen, zodat de ergste wantoestanden in Griekenland, Italië en binnenkort Frankrijk publiekelijk aan de kaak kunnen worden gesteld. Een goede regering leeft in constante angst voor de rechtstaat, dus dat schept vast een kader.

Wanneer we die dappere regeringsleiders benoemd hebben (Beschouw dit ook maar als een oproep aan de zittende leiders om eens leiderschap te tonen) wordt hun eerste taak om een Europese bank in te stellen die de begrotingen van de landen rigoureus mag afkeuren. Het tweede wat ze moeten doen is het Europarlement met normale parlementaire bevoegdheden uit rusten, in plaats van het excuusgezelschap wat het nu is. Vervolgens stoppen ze het zinloos rondpompen van geld en daarna leveren ze Europa af bij de burgers om de eerste vrije Europese verkiezingen te organiseren. Wij kiezen dan een parlement dat een regering kiest en die regering houdt zich bezig met alle dingen waarvan het buitenland niet snapt dat dat niet allang collectief geregeld is. Denk daarbij aan defensie en buitenlands beleid.

Er is zelfs een bonus voor liberalen: In dat federale Europa komen we weer iets dichter in de buurt van de liberale staat. Een samenleving met een kleine overheid die zich zo min mogelijk bemoeit met de burger. Een samenleving die zich onderscheid door een duidelijke focus op de competenties per regio, zonder bang te zijn voor de buren.

Staan de staten in een federaal Europa soevereiniteit af? Natuurlijk, en dat is maar goed ook. Het voorkomt dat nationale overheden een potje van hun begroting maken. In de huidige situatie hebben burgers uit Nederland geen enkele invloed op het wanbeleid in andere Euro-landen. In een federale staat kies je het parlement dat de waakhond benoemd.

Dus kom op, Mark, François en anderen! Stap over jezelf heen en bereid de toekomst van Europa voor! Bijkomend voordeel is dat jullie niet meer hoeven te liegen over het Griekse geld (dat we toch nooit meer terug zien) of misplaatst stoer met getrokken pistool naar Brussel op te trekken. Een federaal Europa geeft jullie de kans om eindelijk eens echt iets voor je burgers te betekenen!

zaterdag 24 november 2012

Stedelijk museum naar Alphen

Carolien Gehrels mag wat mij betreft achter het veel te dure behang van het stedelijk museum worden geplakt. Wederom bevestigt een socialistische wethouder het beeld dat het doordrammen van maakbaarheidsidealen een linkse hobby is. Ik ben niet kinderachtig. Ik kan begrijpen dat de verbouwing van het Stedelijk ruim twee keer meer kost dan begroot, want in Amsterdam blijft niets binnen het beschikbare budget. Wat me niet aanstaat aan de houding van de wethouder is dat ze geen enkele keer het woord “sorry” over haar lippen kreeg.

"Sorry voor de grote inschattingsfout die dit bestuur 15 jaar geleden maakte en waardoor de stad nu met een veel te duur museum zit.” De rekening ligt bij de Amsterdammers en de verbouwing gaat de geschiedenisboekjes in als het zoveelste voorbeeld dat “goed omgaan met geld van een ander” niet in het competentieprofiel van de gemiddelde wethouder past. Hoe de gemeente 125 miljoen euro heeft kunnen opmaken aan een nieuwe entree (want in de nieuwbouw hangt bijna geen schilderij.) is alleszins verbijsterend. Voor dat geld bouwen we in Alphen aan den Rijn anderhalf gemeentehuis; in Amsterdam komen ze niet verder dan een roltrappenhuis dat aan de voorgevel van het oude gebouw is gehangen.

Ook in Alphen heeft het bestuur moeite met “sorry” zeggen over een ambitieus project waar straks ook anderhalf gemeentehuis op wordt afgeschreven. De nieuwe plannen voor de Lage Zijde zijn een dappere poging om te redden wat er te redden is. Naast alle vragen waar nog antwoord op moet komen is het in elk geval de minst verliesgevende manier om Alphen voor een terugval in de donkere middeleeuwen te behoeden. Het Thorbeckeplein lijkt inmiddels meer op het Tahirplein dan op een ordentelijk winkelgebied.

Gelukkig heb ik over de financieringsconstructie niets te zeggen. Dat ik me afvraag of de Alphense samenleving behoefte heeft aan uw cultuurhuis en een parkeergarage is evenmin van belang, maar àls je er voor kiest om het gebied te ontwikkelen en àls je uw cultuurhuis wilt bouwen lijkt het nieuwe plan een nette manier om de kosten voor de samenleving zoveel mogelijk te beperken. Het is niet het beste plan, maar waarschijnlijk het minst slechte.

Er ontbreekt nog één ding: Een welgemeend excuus aan de belastingbetaler voor de wijze waarop dit besluit tot stand kwam. Daarmee ontlast u uw opvolgers. De volgende generatie bestuurders kan gewoon zeggen dat ùw college zo dapper was om de verantwoordelijkheid te nemen voor de fouten van hun voorgangers en de tering naar de nering zetten. Ik nodig het college van Alphen uit om ruiterlijk toe te geven dat het proces geen schoonheidsprijs verdient en er inmiddels veel gemeenschapsgeld is verdampt. Als u daarnaast ook besluit dat uw cultuurhuis niet wordt ontworpen door Mels Crouwel voorkomt u dat, na de badkuip voor Amsterdam, Alphen een koude douche krijgt voor een ongelukkig raadsbesluit van jaren geleden.

woensdag 21 november 2012

Meedoen en vertrouwen

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard, zeker in de politiek. Kennelijk is het beschamen van vertrouwen zo erg ingrijpend dat we daar heftig op reageren. Vertrouwen kent dan ook een groot aantal verschijningsvormen: Je kunt erop vertrouwen dat iemand het zo goed regelt dat je er geen last van hebt, je kunt erop vertrouwen dat je wordt betrokken en er zijn zelfs mensen waarbij je er op kunt vertrouwen dat ze je vertrouwen gaan beschamen.

Daarnaast bieden resultaten uit het verleden bij vertrouwen wèl garanties voor de toekomst. Zelfs als wat krom is weer wordt rechtgepraat of met de mantel der besturende liefde wordt bedekt blijft er altijd een onaangenaam gevoel hangen. Ook valt op dat bestuurders en politici die weleens een kunststukje hebben uitgehaald waar de samenleving niet beter van werd elkaar gijzelen in een verstikkende omarming. Ze zijn medeplichtig geworden en kunnen elkaar niet meer loslaten.

Gezond wantrouwen in machthebbers is een bekend liberaal uitgangspunt. De samenleving heeft wel behoefte aan enige ordening, maar graag zo weinig mogelijk en het liefst door een niet machtsbeluste overheid. Om die overheid te controleren kiezen we volksvertegenwoordigers. Liberalen worstelen dan nog wel met de vraag hoe het komt dat maar al te vaak deze controlerende instanties zich zó aangetrokken voelen tot macht dat ze plaatsvervangend voor die macht optreden.

Er zijn politiek partijen die dat proberen op te lossen door maximale termijnen te stellen aan vertegenwoordigende functies. Hoe goed bedoeld ook; daar kom je niet mee weg. De belangstelling voor (lokale) politiek is zo gering dat de meeste partijen al blij zijn dat er überhaupt iemand een baantje als raadslid of wethouder willen aannemen. En als ze er eenmaal zitten: Er zijn gevallen bekend van raadsleden en bestuurders die zo aan het pluche gehecht zijn dat ze er niet voor schromen om van kiesvereniging te wisselen om hun pluche te waarborgen.

Dat probleem van die zetelklevende bestuurders en parlementariërs wordt vanzelf opgelost als kiezers in beweging komen en zich aansluiten bij een politieke partij. Kiesverenigingen waarbinnen goed wordt gedebatteerd over de praktische vertaling van hun principes bieden een goede voedingsbodem voor talent.

Eind 2013 en begin 2014 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. De politieke partijen gaan nu hun programma’s maken en talenten scouten. Doe uw samenleving een plezier: Sluit u aan bij de kiesvereniging naar uw keuze en denk mee over dat verkiezingsprogramma. Misschien kunt u zelfs wat tijd missen om uw kennis en kunde in te zetten in een vertegenwoordigende functie, want meedoen is inderdaad net zo belangrijk als winnen.

zaterdag 10 november 2012

Alphen aan den Rijn gaat de goede kant op

De werktitel van deze column was: “De bewoners van Alphen aan den Rijn komen langzaam los van het gemeenteinfuus”, maar laat ik eens kiezen voor een aardige introductie. We hebben tenslotte besloten elkaar opbouwende feedback te geven dus begin ik met een compliment.

De Alphense gemeenteraad pakt de noodzakelijke bezuinigingen aan om een aantal maatregelen te nemen. Raadsleden die zeggen dat Alphen van groeigemeente in een beheergemeente verandert slaan de spijker op zijn kop. De gemeentebelastingen gaan wel omhoog, maar de raad heeft besloten om de begroting in 2014 op orde te hebben. Daarbij kiest ze er voor om de rekening niet bij de burger neer te leggen, maar te snijden in de gemeentelijke organisatie en de kaasschaaf over de subsidies te halen.

De Alphense samenleving lag de afgelopen decennia aan het overheidsinfuus. Veel wat in het dorp werd georganiseerd kreeg een royale subsidie met bijbehorende overheidsbemoeienis. Daardoor werd de vraag of er wel behoefte was aan een initiatief verdrongen door een overstelpend aanbod aan “leuke ideetjes”. Boze tongen beweren dat een “vriendje op het stadhuis” voldoende was om het volgende feestje te organiseren. Uitvoeringsorganen werden een doel op zichzelf en trokken steeds meer taken naar zich toe. Ze namen een steeds grotere hap uit de ruif die met geld van de Alphense burgers gevuld wordt. Sind vorig jaar stopt de gemeente er minder in. Het dwingt allen tot een gezonde heroriëntatie.

Er zijn in onze nieuwe gemeente al een aantal goede voorbeelden. Wie wil zien hoe je je met weinig overheidsbemoeienis staande houdt moet eens gaan kijken bij de Stichting Max. U kunt ook langs bij het Boskoopse en Rijnwoudse verenigingsleven. Wie ziet hoe in Boskoop zonder een cent subsidie jaarlijks een Luilaktoernooi met 1500 deelnemers en 5000 toeschouwers wordt georganiseerd, wordt enthousiast van de kracht van het eigen initiatief van burgers. En dat zonder dat er één jongerenwerker, combinatiefunctionaris of buurtregisseur zichzelf belangrijk komt maken.

Het opent perspectieven voor de nieuwe gemeente, want nu de Alphense samenleving los komt van het overheidsinfuus gloort er een gezonde toekomst waarin de overheid burgers faciliteert in plaats van betuttelt: Een gemeente waar ondernemers die een ijsbaan willen dat gewoon zelf betalen en waar projectontwikkelaars met privaat kapitaal winkelcentra neerzetten is veel gezonder dan een gemeente waar alle burgers noodgedwongen meebetalen aan leuke dingen voor een selecte groep.

woensdag 7 november 2012

Beste Benk,

Ik ben eruit! Gelukkig maar, want van het gehannes binnen de Nederlandse politiek kan een mens slapeloze nachten krijgen. Ik begrijp het dilemma van de Partij dat je Mark en Stef niet als dank voor het winnen van een verkiezing bij het grof vuil kan zetten. Daarom heb ik creatief nagedacht over een oplossing waar iedereen blij mee kan zijn.

Het is de tweede regeerperiode met onze club als grootste partij en de derde keer dat we een akkoord sluiten waar we de liberale beginselen uit handen geven. Rutte1, Kunduz en Rutte2 doen vermoeden dat de Partij briljante campagnes voert en desastreus onderhandelt. Hoe groter de Partij, hoe minder liberaal het beleid.

De oplossing om Stef te belonen voor drie mislukte onderhandelingen met een leeg ministerschap lijkt wel goed (want daardoor weet je zeker dat hij daarna de politiek verlaat) maar geeft ons een slechte reputatie in Europa. Hoe kan je nu in een ordentelijk land een minister van Wonen zonder verblijfplaats hebben die woont in een kartonnen doos op het Binnenhof? Daar zal in Londen, Parijs en Berlijn met een minachtend lachje op worden gereageerd.

Neen, de oplossing voor alle problemen is om gewoon terug te keren naar het uitgangspunt dat onze politiek leider voorzitter is van de Tweede Kamerfractie. Dat is de ideale plaats voor Mark. Hij kan met zijn onverbeterbare optimisme en zijn goede liberale inborst de verbinding maken tussen de standpunten van de fractie en het kiezersvolk. Met Mark als fractievoorzitter groeit de Partij misschien wel naar 76 zetels!

Benk, ik heb heimwee. Heimwee naar de tijd dat de Partij niet de grootste partij van Nederland was, maar wel de meest invloedrijke. Heimwee naar de tijd dat we elkaar niet steeds moesten vertellen dat we een idee en debatpartij zijn, maar het gewoon waren. Ik heb heimwee naar een toekomst waarin ons land zo liberaal wordt dat een liberale partij overbodig is.

Overpeinzingen van een kamerlid

Het regende zo hard dat hij op het korte stukje van de auto naar de voordeur zijn pak verpestte. Dat kon er ook nog wel bij na zo’n rot avond. Hij had de hele terugweg naar huis naar zijn ruitenwissers zitten kijken in een pikdonkere nacht. De hele tijd speelde door zijn hoofd de vraag “Waar is het verkeerd gegaan?”

Ging het verkeerd in dat troosteloze zaaltje, waar de aanwezigen zich niet in het gelid lieten krijgen? De opdracht die hij had was een eenvoudige: Maak ruimte, zodat mensen hun gal een uurtje kunnen spuwen en zorg ervoor dat ze zich daarna schikken in hun lot. Het zou voor hem gesneden koek moeten zijn. Vaak gedaan, nooit een probleem.

Het pakte anders uit. Hij trof een troep getergde leeuwen. Hij probeerde zich eruit te redden door toe te geven dat het verhaal niet goed was geweest, maar de bezoekers lieten zich niet vermurwen: Wat verkeerd is blijft verkeerd, zelfs als je het goed communiceert. De sfeer werd zo pertinent dat hij bijna had toegegeven dat ze echt een verkeerd besluit hadden genomen.

Was het misschien vòòr die avond fout gegaan? Bij voorbeeld op het moment dat hij door de chef werd gebeld met de mededeling dat de onderhandelingen geslaagd waren en hij er alleen nog maar even een handtekening onder hoefde te zetten. Hij is een altijd bedachtzame kerel, die de ruimte neemt voor zijn afwegingen, maar nu tekende hij zonder nadenken. Achteraf vond hij dat vreemd, zeker toen de pleuris uitbrak en de uitwerking van het akkoord in volle hevigheid tot hem doordrong.

Gedeelde smart is halve smart. Ook zijn collega’s hadden zich laten verrassen en tekenden het voorgelegde onderhandelingsresultaat. De enkeling die een kritische vraag stelde werd door de chef weggelachen met de opmerking “dat we hier zijn voor de hoofdlijnen en niet voor de twee cijfers achter de komma”. Wie daarna nog wat sputterde werd door zijn loopjongen met een vilein lachje verder in de hoek gedreven.

In de dagen die daarop volgden leek het van kwaad tot erger te worden. Na de publicatie van het akkoord buitelde het journaille over elkaar heen. Tot overmaat van ramp begonnen de loopjongens van de chef berichten de wereld in te sturen die de ellende alleen maar verergerden en riep de chef zelf in het openbaar dat hij de gewraakte maatregel “niet had hoeven nemen.” Uiteindelijk was de rebbellerende meute van vanavond de voorlopige apotheose van de gevreesde volksopstand.

Hij liep naar de keuken, hing zijn verfrommelde colbertje naast zijn even verfrommelde ego en schonk zichzelf een glas whisky in. “Morgen,” dacht hij, “Morgen loop ik bij de chef langs en zeg hem dat we ons vergist hebben. We breken het contract open en beginnen opnieuw.”

zondag 4 november 2012

Spekman en de dood van het socialisme

Bron: Algemeen dagblad

Het is niet moeilijk om een hekel te hebben aan Hans Spekman. Hij is een ongemanierde hork, een gestold overblijfsel van de maakbare samenleving uit de jaren 70, met standpunten die ontleent zijn aan de versimpelde vertaling van ‘Das Kapital’ ten bate van de les Maatschappijleer van de troosteloze scholengemeenschap waar de kleine Hans zijn vorming kreeg.

Spekman heeft het tot voorzitter van de Partij van de Arbeid weten te schoppen. Dat is, voor een partij die langzamerhand liberaliseert met moderne roergangers, een slimme zet. Want het werkelijke hart van de PvdA bestaat nog altijd uit gestaalde kaders, die elkaar met gebalde vuisten de Internationale toezingen. Het kader van de PvdA bestaat uit mensen als Spekman die er achter komen dat ze de verkeerde afslag hebben genomen toen ze dachten dat de oprecht Socialistische SP voor hen onvoldoende baantjes opleveren of de Diederikken die eigenlijk lid van D66 hadden willen zijn. Zelfs de echte VVD-er van de partij, Wouter Bos, kwam er te laat achter dat hij in de verkeerde club was geland.

We zijn van hetzelfde bouwjaar, Hans en ik. We hebben samen gezien hoe onze samenleving zich ontwikkelde tot een megalomaan arbeidersparadijs waar niet alleen ieder arbeider een auto kreeg, maar ook twee buitenlandse vakanties per jaar, een 36-urige werkweek en een (tot volgend jaar) waardevast pensioen. Een samenleving waar we zagen dat het gepamper van de Spekmannen uit de jaren ‘80 niet leidde tot integratie van nieuwe Nederlanders, maar tot Gettovorming en segregatie.

We hebben dezelfde herkomst. Ook mijn grootvader was lid van de S.D.A.P. en zelfs kaderlid van de vakbond. Mijn opa die, toen ambtenaren werden verplicht voor de arbeitseinzats naar Duitsland te gaan de plek van een collega innam met de woorden: “Jij moet hier blijven om voor je gezin te zorgen.” Toen ik, het moet rond 1980 zijn geweest, een interview met Willem Drees mocht afnemen, heb ik hem gevraagd om één van zijn boeken voor mijn grootvader te signeren. Als man van weinig woorden nam hij het aan en legde hij het naast zijn stoel. Na zijn dood kreeg ik het terug van mijn grootmoeder, die vertelde dat hij het wel eens opensloeg, maar nooit verder dan de inleiding met de handgeschreven tekst van Vadertje Drees zelf.

Mijn opa overleed kort na de val van de Berlijnse muur. Het mislukte socialistische experiment van de USSR was hem al lang een doorn in het oog. Het socialisme was bedacht om de arbeiders te bevrijden, niet om ze te knechten onder een dictatoriaal bewind. Mijn opa, die Markx wel goed had begrepen, wist dat er nooit een socialistische heilstaat kon komen, maar dat het socialisme de liberale staat voorbereidt. Op zijn begrafenis speelden we “morgenrood”, als afronding van een vol en voltooid leven.

Hans, het is 2012. Wij werken aan de toekomst van Nederland. Het staat je vrij om te blijven hangen in het verleden. Val ons er alleen niet mee lastig en blijf met je lompe handen af van het socialistische erfgoed van mijn grootvader af!

zondag 21 oktober 2012

Verbinden voor beginners

Verbinden is een belangrijke menselijke activiteit. Het begint voor de geboorte en eindigt lang nadat we zijn overleden. We verbinden op meerdere manieren: We leggen een verband met een desinfecterend middel om een open wond; we lijmen, schroeven, nieten van alles aan elkaar en proberen ook nog verbintenissen tussen mensen tot stand te brengen.

Verbinden is de activiteit die ons verder brengt, want je kunt het tot in het oneindige doen, terwijl verbreken stopt op het moment dat je zoveel kapot gemaakt hebt dat we alleen nog maar brokstukken over houden. Dat laatste is in Nederland recent veel gebeurd. We hebben lange tijd meer aandacht gehad voor de verschillen tussen mensen, groepen, partijen en facties, tot en met haat zaaien aan toe, waardoor alles wat ons verbindt onderbelicht raakt.

Je kunt niet zomaar alles met elkaar verbinden. Probeer maar eens zo’n handig opplakhaakje op een muur te plakken. Grote kans dat het niet lekker plakt en een nog groter kans dat je ’s nachts het haakje, met alles wat je er aan ophing, met een zachte plof op de grond hoort vallen. Kennelijk vraagt verbinden om een grondige voorbereiding. Het immer toenemend aantal echtscheidingen toont aan dat een duurzame verbintenis lastig tot stand te brengen is. Fusies en formaties vragen een behoorlijke tijd om tot het gewenste resultaat te komen en niemand geeft garanties.

Hoe breng je een duurzame verbinding tot stand?


Als je zaken met elkaar wilt verbinden moet je eerst een onderzoek plegen: Wat zijn de eigenschappen van de deelnemers aan deze verbintenis en welk bindmiddel zorgt voor het beste resultaat? Om iets goed te verbinden moet je benoemen welke eigenschappen gemeenschappelijk zijn en wat een verbintenis in de weg staat. Je kunt het je niet permitteren om dat op hoofdlijnen te doen, maar zult in detail geïnteresseerd moeten zijn in de moleculaire eigenschappen van de te verbinden producten.

Ook over het bindmiddel is veel te zeggen: Kies je voor een harde, mechanische oplossing of probeer je door middel van emulsie te komen tot een onlosmakelijk geheel? Een oorlog is een hardhandige manier om volkeren te verbinden, een verdrag doet er soms dertig jaar of meer over om tot resultaat te komen.

Last but not least is het belangrijk wie je de verbinding laat maken. Verbinden is in veel gevallen topsport. Voor sommige verbintenissen is een hoop deskundigheid nodig; minimaal een goede handleiding en oprechte interesse voor de ambities van de deelnemende partners. Daarmee realiseer je een duurzame verbintenis en voorkom je dat je na een tijdje met de brokken zit.

woensdag 17 oktober 2012

Mediamarkt, ik ben toch niet gek!

Eens in de zoveel tijd koop je iets waarvan je je later afvraagt of het wel de juiste investering was. Zo ook toen ik deze week door het centrum van Alphen liep en zoonlief belde of ik nog even een HDMI-kabel voor hem mee wilde nemen. Gelukkig was de Mediamarkt in de buurt, dus ik liep binnen en schafte voor bijna vijf-en-veertig euro een kabel van anderhalve meter aan.

Vond ik dat niet duur? Ja. Ik ben me ervan bewust dat de marktprijzen van datakabels voor mij een onontgonnen terrein zijn, maar intuïtief denk je toch: “tjonge, wat duur.” Ik accepteer ook dat Mediamarkt over het algemeen wat duurder is dan zijn concurrenten. Ik ben me ervan bewust dat Mediamarkt klanten lokt met laaggeprijsde aanbiedingen en extra winst pakt op de randapparatuur. Het is een business model dat geënt is op de onwetendheid van consumenten, maar er zijn genoeg onbenullen in Europa om Mediamarkt tot een grote speler in de elektronicabranche te maken.

De prijs van die kabel bleef toch een beetje knagen. Ik kan veel leukere dingen doen van vijf-en-veertig euro dan een suf stukje zwart plastic tussen twee apparaten spannen. Dus toch maar eens even gekeken op internet wat die kabel elders kost. Daarna was het even onthutsend stil. Ik kon dezelfde kabel bij een stuk of twintig webshops kopen voor minder dan vijftien euro! Dat is toch maar ff minder dan éénderde van de prijs van onze lokale mediamarkt. (De kabels werden zelfs voor minder dan vijf Euro aangeboden, maar ik hoop nog steeds dat dat een inferieure kwaliteit is.) Dat voelt niet goed.

Naast het feit dat Mediamarkt bijna alle zelfstandige elektonicazaken uit mijn omgeving heeft doodgeconcurreerd door onbeschaafd lage inkoopprijzen bij leveranciers te bedingen en vervolgens de concurrentie uit te roken voel ik mij stevig genaaid. Nogmaals: dat Mediamarkt ergens wat moet verdienen is mij duidelijk, maar ik voel me opgelicht. Ik doe met de middenstanders in mijn buurt zaken op basis van vertrouwen. Ik weet niet precies wat de meeste dingen kosten, maar ik verwacht van mijn leveranciers dat zij voor mij in de gaten houden dat ik de beste deal doe. Dat is klantenbinding. Daarom koop ik al twintig jaar mijn shirts bij Aad Faay en mijn schoenen bij Gert Koetsier.

Mediamarkt is een hufterig bedrijf, dat misbruik maakt van mijn onwetendheid. Nu kan ik mijn kabel terugdoen in de doos en voorzichtig bij de klantenservice van Mediamarkt gaan staan mompelen dat het niet de goede was. Dat doe ik niet: Ik weet wanneer ik mijn verlies moet nemen. Mediamarkt vanaf vandaag ook, want ik geef in mijn hele verdere leven geen cent meer uit bij de Mediamarkt. Ik ben toch niet gek!

dinsdag 28 augustus 2012

Ik ga naar een nieuwe gemeente

Na de hectiek van een jaar fuseren heeft de afgelopen zomer onze bestuurders goed gedaan en is een moment van bezinning opgetreden. In zijn bijdrage op alphens.nl schrijft Bas Eenhoorn een aantal verstandige zaken. Waar ik de eerste ben om hem op zijn nummer te zetten als hij uit zijn bestuurlijke rol valt ben ik met groter plezier ook de eerste die een compliment uitdeelt voor deze wijze woorden. Ik doe mijn duit in het zakje en schrijf eens op wat ik uit Boskoop mee wil geven aan de nieuwe gemeente:

Een dualistisch bestuur

Het Boskoopse college is meestal in staat om voorstellen te produceren die “de raad in stelling brengen”. Dat betekent dat er niet een door de coalitie dichtgetimmerd raadsvoorstel ligt en elke debat eindigt in een verliespartij voor de oppositie, maar dat in het onderlinge debat tussen de raadsleden een gewogen besluit wordt genomen, waar ruimte is om elkaar te overtuigen.

Een zuinige instelling

Als je twee periodes lang een artikel 12 gemeente bent geweest heb je geleerd om elk dubbeltje een paar keer om te draaien voordat je het uitgeeft. Boskoop heeft geen vet op de botten en dat vind ik voor een gemeente een goede conditie. Zelfs wanneer er gratis personeel ter beschikking wordt gesteld door een hoger overheid onderzoeken we of dat niet leidt tot teveel interne kosten.

Een open houding

Boskopers hebben over het algemeen een open houding naar de rest van de wereld. Dat uit zich bijvoorbeeld in de manier waarop in het verleden gebouwd werd (Er staan veel kwekerswoningen die geïnspireerd zijn op onze reizen naar verre landen) en de omgang van onze bestuurders met de andere overheden en de samenleving. Er komen in Boskoop initiatieven van de grond die elders zouden verzanden in de maalderij van de overheid.

Een beetje respect

Boskoopse debatten gaan over de inhoud, niet over de persoon. We zijn zelfs in staat om ruimte te creëren voor een wethouder om op te stappen zonder dat we in een moddergevecht belanden. Oud-wethouders kunnen nog gewoon over het dorp lopen en gaan elkaar niet verbaal te lijf. Hier geen afsplitsingen van politiek partijen omdat bestuurders vergaten dat een meningsverschil altijd zakelijk is en nooit persoonlijk mag zijn. In Boskoop weten we dat we in de politieke arena een, weliswaar serieus, spel spelen en dat partijbesturen hun verantwoordelijkheid moeten nemen de leden te binden.

Een zelfredzame samenleving

Boskopers organiseren zichzelf. Dat doen ze in religieus, sportief, maatschappelijk of muzikaal verband. Hier is geen overheid die de leiding neemt, maar af en toe iets faciliteert en vooral zo min mogelijk in de weg loopt. In Boskoop is geen extra bestuurslaag van moeilijk controleerbare stichtingen die gemeenschapsgeld gebruiken om hun eigen doelen te bereiken.

Roze bril

Dit verlanglijstje is, uiteraard, mijn kijk op Boskoop door een grote roze bril. Overal gebeurt wel eens iets en ik kan met hetzelfde gemak ook 5 verbeterpunten noemen. Misschien polderen we wel iets meer dan goed voor ons is, en zijn onze ambities wat dorps. Het kost ons, ondanks al onze inspanningen, moeite om het debat buiten het gemeentehuis te krijgen om die samenleving waarvoor het bestuur gemaakt is meer te betrekken bij besluiten die we nemen. Door onze schaalgrootte leveren we niet overal operationele topprestaties en nemen we deel aan te veel democratisch kreupele gemeenschappelijke regelingen. Het zou me een lief ding waard zijn als we, met de fusiepartners, daar goede oplossingen voor vinden om uiteindelijk te komen tot die sterke gemeente, die het verschil kan maken.

woensdag 22 augustus 2012

6 redenen om niet te gaan stemmen

De verkiezingsstrijd is nog niet begonnen of ik ben het eigenlijk nu alweer zat. Het vooruitzicht van drie weken politiek gekakel maakt me argwanend om de radio aan te zetten. De komende weken trekt dit circus zonder visie, met acts vol grappen, grollen en oneliners door het land. Binnenkort ook in een theater bij u in de buurt. U kunt besluiten te gaan of thuis te blijven, want u moet niet stemmen, u mag. U mag ook thuisblijven. Gewoon besluiten dat u een keertje niet mee doet omdat de holle frases van de leeghoofdige roergangers niet in uw wereldbeeld passen. Deze generatie van politici is, na vijf verkiezingen in tien jaar, gewogen en te licht bevonden. Daarom hieronder zes redenen om niet te gaan stemmen.

De algehele crisis

In een crisis verlangen mensen naar vroeger. Dat is jammer, want je kunt een crisis alleen oplossen door te verlangen naar de toekomst. Maar het publiek kan van onze knuffelberen krijgen wat ze willen. Ze buitelen over elkaar heen in hun hang naar het verleden. Zo wil de VVD terug naar 2005, de SP terug naar de jaren vijftig en de Lijst Wilders wil onze beschaving terugwerpen naar de donkere middeleeuwen. Politiek anno 2012 gaat over de vraag wie het hardst achteruit durft te boeren.

De gezondheidszorg

Het trieste dieptepunt van alle verkiezingsprogramma’s is de paragraaf over gezondheidszorg. Verder komen dan huilen over de kosten van de zorg komen ze niet. Dat de ontwikkelende gezondheidszorg kansen biedt en dat we toe zijn aan onconventionele stappen om die voor de meesten van ons te borgen staat in geen enkel programma. Niemand roept op tot een immigratiebeleid waarbij we goed opgeleide buitenlandse artsen tot onze markt toelaten om de stevige salarissen van specialisten  onder druk te zetten. Geen partij is in staat om de reguliere zorg als een commodity te beschouwen en de kosten van complexe behandelmethodes te accepteren.

De bankencrisis

De bankencrisis van 2008 wordt al sinds 1995 voorspeld door diverse deskundigen. Onze verluchte leiders hadden dus ruim een decennium om de ineenstorting van het economisch systeem te voorkomen. Dat hebben ze niet gedaan, want de boodschap brengen dat ook onze welvaart op gebakken lucht is gebaseerd is voor een beetje carrièretijger niet te verkopen. Dus moesten Wouter Bos en Nout Wellink overhaast op zondagavond naar Brussel om de helft van ABNAMRO te kopen. Bij thuiskomst kwamen ze er achter dat ze de verkeerde helft hadden gekocht. Dus op vrijdag konden ze terug met een nog grotere zak met geld.

De politieke crisis

De politieke crisis van 2011 zat al gebakken in de akkoorden van Maastricht in 1992. Het is eigenlijk nog een wonder dat de monetaire unie pas na twintig jaar implodeert. Want wij hebben in Nederland bange politici, maar in de knoflooklanden is het nog iets erger. Door wel af te spreken dat we één munt kregen, maar geen autoriteit te benoemen, die er op toeziet dat laffe bestuurders belastingen heffen en niet innen, moeten we nu honderden miljarden uitgeven om de verliezen te dekken.

De loonslaven

De kamervoorzitter verzuchtte begin dit jaar dat de tweede kamer meer een doorsnede van de samenleving moet zijn. Ze kijkt niet goed, want net zoals in de samenleving heeft tien procent van de kamer goede, vooruitstrevende ideeën, twintig procent doet nijver zijn werk maar komt niet verder en zeventig procent zit te hopen dat ze zonder al te veel schade de pensioengerechtigde leeftijd halen. "Blijf zitten waar je zit en verroer je niet, houdt je adem in en...."

 

De overheid is als het universum

Hoe harder politici roepen dat er een kleinere overheid moet komen, hoe groter de overheid wordt. De gemiddelde Nederlander werkt per week inmiddels één dag om de sociale uitkering aan een ander te betalen, twee dagen om de immer uitdijende overheid te betalen, één dag om een bancaire instelling zijn bonussen te laten uitbetalen en van wat hij op de laatste dag verdient mag hij zijn gezin onderhouden. Het verbaast me dat mensen op vrijdag nog een halve vrije dag durven te nemen.

#Fail?

Faalt het politiek systeem? Ik denk het niet. Aan het systeem is niet zoveel mis. Er is iets mis met de mensen die zich aangetrokken voelen om een rol in dat systeem te spelen. Het enige wat je het systeem kan verwijten is dat er onvoldoende checks and balances in zitten om te voorkomen dat types die nergens anders terecht kunnen zich binnen een kiesvereniging een weg naar de top likken voor zichzelf en hun vriendjes. De belangrijkste vraag van 2013 wordt hoe we mensen met visie kunnen verleiden hun plaats in te nemen in de politieke arena. Zodat we bij de volgende verkiezingen (die van 2014) een keuze maken uit verkiezingsprogramma’s die ons een toekomst voorspellen, voorgedragen door mensen die wél durven te vertellen dat het vroeger niet altijd beter was.

zondag 15 juli 2012

Swiebertje en Ome Willem

“Zeg moeder, ik belde je om te vragen hoe jij vroeger bloemkool klaarmaakte…”
“Oh, dat kan je inmiddels zelf toch wel? Je kookt zo graag.”
“Ja, bloemkool als garnituur gaat me goed af. Maar ik heb nog zo’n jeugdsentimentdingetje naar bloemkool met kerriesaus en varkenslapjes. Hoe maakte jij dat vroeger?”
“Dat is niet zo moeilijk: Je maakt een papje van boter en bloem, daar doe je melk bij en een eetlepel kerriesaus. Niet te hard laten koken, anders schift de boter.”
“Wacht ff: bloem en boter…Moet ik dan eerst een roux maken?”
“Een roe? Nee, je doet gewoon een beetje boter en evenveel bloem bij elkaar. Dan krijg je een papje. Daar doe je dan de melk bij.”
“moet ik de boter voor die roux…uhh papje, dan eerst klaren?”
“Neen, boter klaren doe je voor een kerstdiner, je pakt gewoon een stuk boter en begint.”
“En dan melk erbij en een schep kerrie? Moet er geen bouillon bij voor de smaak? En een gefruit uitje en wat wortel?”
“Jij denkt zeker dat het elke dag zondag is? Niks erbij, voor je vader doe ik er een beetje peper bij, dat vindt hij lekker. Jullie vroeger niet, dus dat liet ik eruit.”
“Dat klinkt simpel genoeg. Dan hebben we dus zo’n papje als uit de Film van ome Willem? Van die woensdagmiddagen met Stuif es in en Swiebertje?”
“Dat weet ik niet, maar je hebt wel bloemkool met kerriesaus. Volgens mij was woensdag patatdag.”
“Ik kook er aardappels bij. Maak je het zelf nog wel eens klaar?”
“Jazeker, je vader is er gek op. Maar dat saus maken doe ik niet meer. Bij de Aldi hebben ze pakjes kerriesaus voor 35 cent. Daar kan je zelf niet voor in de keuken gaan staan. Een kwart liter water erop en klaar is Kees”
“Maar is dat net zo lekker als de echte, dan?”
“Vast wel, het was toen jullie jong waren een stuk meer behelpen in de keuken. Er was weinig variatie te koop. Wat voor bloemkool heb je gekocht?”
“Een Hollandse kaskool. Lagen bij de groenteboer en zagen er lekker uit.”
“Maar daar ga je toch geen saus overheen gooien? Die is lekker genoeg van zichzelf. Vijf minuten blancheren in heet water en dat nieuwe aardappels erbij met een beetje biefstukjus. Heb ik jou nou leren koken? Als je een beetje sentimenteel over vroeger wilt doen kom je maar een avond oude vakantiefoto’s bekijken. Die heb ik net op youtube gezet…”

zaterdag 21 april 2012

Eens een opportunist.....

Hij lag nu al twee uur naar het plafond te staren. Op één of ander manier kon hij zich niet meer lekker in de lakens draaien. Hij had het onbestemde gevoel dat dat nog wel even zou duren. Het moment van de waarheid was aangebroken. Ze hadden zeven weken met elkaar onderhandeld en nu zouden ze de natie gaan vertellen wat ze hadden afgesproken. Het zou weer een momentje moeten worden waarbij zijn rijzende ster weer een stukje omhoog schuift. Maar ergens twijfelt hij.

De onderhandelingen hadden hem behoorlijk wat tijd gewonnen. Hij wilde zijn terechte twijfel of het oude kunstje nog werkte wegnemen, maar dat was niet gelukt. Hij had eerder al gezien dat de haatzaaicampagne tegen Moslims steeds minder effect kreeg. Wat hij er ook aan deed, zijn populariteit steeg er niet meer van. Het leek erop dat hij met zijn meldpunt tegen Oost-Europeanen nog even de oude glorie hervond, maar op één of andere manier waren Henk en Ingrid het getrompetter tegen buitenlanders zat. Zeker toen Henk en Ingrid zagen dat “Europa” stevig stelling nam en ze zich langzamerhand bedachten dat hij niet de messias was die ze zouden willen omarmen.

De messias! Hoe lang had hij ervan gedroomd om met zijn rabiate moslimhatende vrienden de staat Israel te bevrijden van de druk van het Arabische geweld. Zijn hele leven had hij gewijd aan dit doel en hij had oprechte hoop gehad toen hij een succesvol politicus werd. Hij verzamelde meer dan anderhalf miljoen bange landgenoten! Wat ging er fout? Het zou over twee jaar geschiedenis zijn. Zij electoraat brokkelde af en bij de volgende verkiezingen zou hij een harde dobber krijgen aan die andere twee conservatieve oppositieleiders.

Hoe hard hij ook had geprobeerd om binnen zijn groep de wind eronder te houden, ook bij hem lopen de oude medestanders inmiddels bij bosjes weg. De misser in Limburg had hem aan het denken gezet. De oude trucks werkten niet meer. Hij moet op zoek naar nieuwe vormen. Als hij maar een beetje meer tijd kon kopen om die te bedenken.

Toen hij zich voor de zoveelste keer omdraaide en schaapjes begon te tellen nam hij zijn besluit: Morgen de stekker eruit, zo snel mogelijk verkiezingen en dan proberen de crisis te overleven met genoeg zetels.

woensdag 18 april 2012

De uitglijder van de burgemeester

Het moet worden gezegd: De machtigste man van Alphen vertegenwoordigt alles wat je van een goede burgervader verwacht. Hij is aimabel, een beetje afstandelijk, hij weet wat hij wil en kan bijna koninklijk minzaam glimlachen. Als zijn gemeente geraakt wordt door een grote ramp beleeft hij zijn finest hour en nadat hij op die charter wordt uitgeroepen tot de beste bestuurder van het jaar schrijft hij daar een licht ronkend boekje over.

Twee fusies en een goed boek

Naast de fusie van de drie gemeenten doet hij er op zijn vrije middagen nog een fusie op een nog platter platteland bij en het zou me niet verbazen als hij daarnaast nog één goed boek per week leest. Het is een beetje jammer dat hij zichzèlf een topbestuurder vind, want anders had ìk hem die titel graag gegeven.

Bestuurders en democratie

Dat bestuurders zelden democraten in hart en nieren zijn is een gegeven sinds de nadagen van de Romeinse keizers. Macht voelt wel lekker en menig bestuurder weet na een tijdje pluche dat zijn volgende carrièrestap meer wordt beïnvloed door zijn medebestuurders dan door de kiezers. Gelukkig is de burgemeester professioneel genoeg om dat niet te uitgebreid te etaleren. Hij kent het oude adagium dat tussen droom en daad de gemeenteraad staat en weet heel goed wanneer hij het tuig moet laten vieren of aantrekken.

Het ging fout

Tijdens een vergadering van de excuustruzen van de stuurgroep van de fusie viel De Zonnekoning hard uit zijn rol. Het kan de temperatuur in de vergaderzaal zijn geweest, het was misschien een lange inspannende dag, maar opeens pakte de altijd zo gereserveerde roerganger royaal uit tegen de leden van de klankbordgroep die het lef hadden om in het openbaar een hem onwelgevallige mening te geven over het fusieproces.

Hulpeloos

Had iemand hem toen maar een glaasje water gegeven, maar niemand kwam de ongelukkige bestuurder te hulp. Zijn saletjonkers bleven een beetje appelig de zaal inkijken en behoedden hem niet voor zijn tweede vergissing. Want nadat hij in één ademteug democratisch verkozen vertegenwoordigers schoffeerde haalde hij hard uit naar de bewoners van de ommelanden. Hij had de naamgevingsprocedure nog zó goed uitgelegd, maar de burgers van de dorpen wilden maar niet begrijpen dat bij het kiezen van de nieuwe naam de naam van de kern niet verdwijnt, maar dat het slechts gaat om de administratieve naam. Dat zou hij hen nog één keer komen uitleggen, de sufferds.

Uitglijder

Als hij in goede doen was geweest had hij deze uitglijder niet gemaakt. Tijdens eerdere vergaderingen had hij vakbekwaam een quasi-referendum erdoor gekregen. Hij had er eigenhandig voor gezorgd dat een hem onwelgevallig naamgevingsadvies zo werd bijgesteld dat de naam van de grootste kern er toch in terug kwam. Alles wat hij nu nog moest doen was rustig afwachten tot de gemeenteraden zijn besluit gingen nemen. Zelfs als de raden het niet eens worden krijgt hij zijn zin. De burgemeester had kunnen zwijgen; hij had al gewonnen.

Vakantie

Ook de groten der aarde hebben af en toe rust nodig. Even de boog ontspannen om daarna weer met volle overtuiging zijn werk op te pakken. Misschien kan één van zijn vertrouwelingen een weekje op een zonovergoten eiland voor hem boeken dat niet gereorganiseerd hoeft te worden. Ik wens hem een spoedig herstel.

dinsdag 3 april 2012

De zeemijn en de impotente burgemeester

Er was eens, toen ik dertig jaar geleden op de middelbare school zat, in het gebouw een bommelding. Het was de tijd van de Rote Armee Fraction in Duitsland en dat inspireerde nog wel eens een puistenkop om te proberen de tent op zijn kop te zetten. Bij elke bommelding volgde de rector van de school het volgende schema: Hij wachtte tot het pauze was en liep dan met de conciërge een rondje door de school op de uitkijk naar verdachte pakjes. Hij vond er nooit één en na 3 bommeldingen was de lol voor de terrorist in spe er van af: Geen grootschalige ontruimingen en geen lesuitval.

Zeemijn

Ik dacht aan deze anekdote toen ik de berichtgeving volgde over de zeemijn die in de Westersingel in Leeuwarden werd gevonden. Er was aanleiding genoeg om dit voorwerp met een dreghaak uit het water te vissen en bij het vuilnis te zetten: een zeemijn (die toch al gauw zo'n 1500 kilo weegt) in een stadssingel is erg vreemd, het was 1 april en wie één blik op de onderzijde van de mijn wierp zag dat het een halve bol van purschuim was, getuige de foto's in de media. Laten we stellen dat de kans dat het hier om een gevaarlijk explosief ging erg gering was. Toch besloot de overheid om royaal in te grijpen. Huizen werden ontruimd, de buurt werd afgezet en de Mijnopruimingsdienst kwam er aan te pas.

Lafbekken

Wat ging er om in de hoofden van de bestuurderen? De burgemeester had een keuze: de kleine kans dat hij met het opvissen van het ding werkelijk een ontploffing zou veroorzaken of “het zekere voor het onzeker nemen”. Hij koos voor het laatste, want daarmee hoefde hij niet te vrezen voor vroegtijdig ontslag of een reprimande van de gemeenteraad. Uiteraard eindigde dit poppenspel met een persconferentie, waar de burgemeester met een rood hoofd van verontwaardiging de daders voorspelden dat “alle kosten op hen zouden worden verhaald!” waarmee hij zijn gebrek aan daadkracht en relativeringsvermogen uitgebreid onderstreepte.

Impotente bestuurders

Wat overblijft is de vraag wat er eerder was: Een samenleving waarvan we verwachten dat elk risico eruit wordt verbannen of deze impotente bestuurder. Welke van beiden het ook is; deze storm in een glas water (of zo u wilt: bal purschuim in een singel) toont weer eens aan dat besturen niet voor bange mensen is. Dat kan je beter overlaten aan mijn oude rector, die zich gedroeg zoals je van zo'n bestuurder verwacht: Hij nam een gecalculeerd risico en wist dat hij zijn baan kwijt zou raken als zijn beslissing niet klopte. En passant leerde hij zijn leerlingen dat een samenleving zich niet uit balans laat brengen door idiote acties van sensatiezoekers.

woensdag 22 februari 2012

Amsterdam aan den Rijn

Nu de gemeentelijke fusie tussen Alphen, Boskoop en Rijnwoude ruim een half jaar onderweg is zien we de eerste haarscheurtjes ontstaan in het roestvrijstalen zelfvertrouwen waarmee onze lokale bestuurders onder aanvoering van de machtigste man van Alphen op weg zijn naar hun “brave new world”; waar een excellerend bestuur zich ontfermt over de noden van de inwoners van de nieuwe Groene Hart Gemeente.

Vrijwillig

Om een misverstand uit de weg te ruimen: De fusie komt niet vrijwillig tot stand. Ergens in het systeem is de gedachte ontstaan dat een gemeente pas goed bestuurd wordt als de burgemeester de onderkoning over honderdduizend onderdanen speelt. Ook voor de ambtelijke dienst staat het leuk op hun CV, waarnaast zij zelfs automatisch een salarisverhoging krijgen. De mantra dat groot geweldig is werd omarmd door de gouveneur van Zuid-Holland. Het was voor de gemeentes kiezen of kabelen: U fuseert zelf of ik kom u fuseren! De gemeenteraden maakten de vlucht naar voren en besloten hun toekomst in handen te leggen van een lokale stuurgroep.

De fusie wordt een koude douche voor de notabelen van de kern Alphen, die op voldoende afstand van de echte grote stad leven om te denken dat ze een prominente rol in de wereldgeschiedenis speelden. De nieuwe gemeente met zeven plattelandskernen en de dorpskern Alphen maakt dan ineens pijnlijk duidelijk waar ze werkelijk staan: Een slaapstad op comfortabele reisafstand van de grote economische centra. Wèg wereldstad, tabee imago, nooit worden opgenomen in het rijtje Amsterdam, Parijs, New York, maar niet verder komen dan Veenendaal, Oss en Emmen. Alphen realiseert zich ineens dat zij de kleingeschapen bodybuilder is, die in de sauna met een handdoek om de gespierde heupen stoer zijn schroom verbergt.

Vrijblijvend

De bestuurderen van uw nieuwe gemeente zitten er maar mooi mee. Hoe vorm je nu een nieuwe gemeente, waarvan het overgrote gedeelte agrarisch of natuurgebied is, met één kern die haar onterechte grootstedelijke ambities moet laten varen èn in de onkennende fase verkeert? De stuurgroep lost het op door stapels papier te produceren die om die hete brei heendraaien, maar bouwt nergens een concreet fundament voor de nieuwe gemeente. Na hun de zondvloed; de nieuwe gemeente mag het oplossen.

Het enige concrete besluit waar de notabelen niet omheen kunnen is het bepalen van een nieuwe naam. Prompt organiseren ze een referendum en laten ze een naamgevingsbureau een schaamlap weven. Het is een verantwoordelijkheid die je als politicus natuurlijk niet zelf gaat nemen: Voor je het weet kies je verkeerd en kan je je glimmend gepoetste carrière verder wel vergeten.

Waterhoofd

Abstracte vergezichten worden meestal geschilderd door mensen die zelf ook niet weten hoe ze de zaken concreet moeten maken. Er is nog onthutsend weinig duidelijk over de gemeente na de fusie. Vastgesteld is wèl dat de belastingen in Alphen gaan stijgen, in Boskoop gaan dalen (eerst zien, dan geloven) en in Rijnwoude gelijk blijven. We weten ook dat er niet bezuinigd gaat worden op het ambtelijk apparaat. Het kan maar vast zijn afgesproken.Waar overal ter wereld organisaties in steeds kleinere units gaan werken ontstaat in uw gemeente een kind met een waterhoofd met als enig excuus dat het in vergelijkbare gemeentes “nog erger is”.

Of er een toekomst voor de nieuwe gemeente is valt nog te bezien. Tegenstanders van de fusie krijgen hulp uit onverwachte hoek: De regering geeft inmiddels aan niets te voelen voor de (af)gedwongen fusie tussen de hertogdommen Gouda en Wadinxveen ten zuiden van het Groot-Alphense Rijk. Het resultaat van de samenvoeging van Alphen, Boskoop en Rijnwoude hangt af van de snelheid waarmee Alphen uit de ontkennende in de berustende fase terecht komt en of de stuurgroep in staat is om met een toekomstvast plan te komen, dat meer biedt dan een baangarantie voor ambtenaren. Dat wordt de volgende cultuurschok. We gaan het meemaken.