dinsdag 28 augustus 2012

Ik ga naar een nieuwe gemeente

Na de hectiek van een jaar fuseren heeft de afgelopen zomer onze bestuurders goed gedaan en is een moment van bezinning opgetreden. In zijn bijdrage op alphens.nl schrijft Bas Eenhoorn een aantal verstandige zaken. Waar ik de eerste ben om hem op zijn nummer te zetten als hij uit zijn bestuurlijke rol valt ben ik met groter plezier ook de eerste die een compliment uitdeelt voor deze wijze woorden. Ik doe mijn duit in het zakje en schrijf eens op wat ik uit Boskoop mee wil geven aan de nieuwe gemeente:

Een dualistisch bestuur

Het Boskoopse college is meestal in staat om voorstellen te produceren die “de raad in stelling brengen”. Dat betekent dat er niet een door de coalitie dichtgetimmerd raadsvoorstel ligt en elke debat eindigt in een verliespartij voor de oppositie, maar dat in het onderlinge debat tussen de raadsleden een gewogen besluit wordt genomen, waar ruimte is om elkaar te overtuigen.

Een zuinige instelling

Als je twee periodes lang een artikel 12 gemeente bent geweest heb je geleerd om elk dubbeltje een paar keer om te draaien voordat je het uitgeeft. Boskoop heeft geen vet op de botten en dat vind ik voor een gemeente een goede conditie. Zelfs wanneer er gratis personeel ter beschikking wordt gesteld door een hoger overheid onderzoeken we of dat niet leidt tot teveel interne kosten.

Een open houding

Boskopers hebben over het algemeen een open houding naar de rest van de wereld. Dat uit zich bijvoorbeeld in de manier waarop in het verleden gebouwd werd (Er staan veel kwekerswoningen die geïnspireerd zijn op onze reizen naar verre landen) en de omgang van onze bestuurders met de andere overheden en de samenleving. Er komen in Boskoop initiatieven van de grond die elders zouden verzanden in de maalderij van de overheid.

Een beetje respect

Boskoopse debatten gaan over de inhoud, niet over de persoon. We zijn zelfs in staat om ruimte te creëren voor een wethouder om op te stappen zonder dat we in een moddergevecht belanden. Oud-wethouders kunnen nog gewoon over het dorp lopen en gaan elkaar niet verbaal te lijf. Hier geen afsplitsingen van politiek partijen omdat bestuurders vergaten dat een meningsverschil altijd zakelijk is en nooit persoonlijk mag zijn. In Boskoop weten we dat we in de politieke arena een, weliswaar serieus, spel spelen en dat partijbesturen hun verantwoordelijkheid moeten nemen de leden te binden.

Een zelfredzame samenleving

Boskopers organiseren zichzelf. Dat doen ze in religieus, sportief, maatschappelijk of muzikaal verband. Hier is geen overheid die de leiding neemt, maar af en toe iets faciliteert en vooral zo min mogelijk in de weg loopt. In Boskoop is geen extra bestuurslaag van moeilijk controleerbare stichtingen die gemeenschapsgeld gebruiken om hun eigen doelen te bereiken.

Roze bril

Dit verlanglijstje is, uiteraard, mijn kijk op Boskoop door een grote roze bril. Overal gebeurt wel eens iets en ik kan met hetzelfde gemak ook 5 verbeterpunten noemen. Misschien polderen we wel iets meer dan goed voor ons is, en zijn onze ambities wat dorps. Het kost ons, ondanks al onze inspanningen, moeite om het debat buiten het gemeentehuis te krijgen om die samenleving waarvoor het bestuur gemaakt is meer te betrekken bij besluiten die we nemen. Door onze schaalgrootte leveren we niet overal operationele topprestaties en nemen we deel aan te veel democratisch kreupele gemeenschappelijke regelingen. Het zou me een lief ding waard zijn als we, met de fusiepartners, daar goede oplossingen voor vinden om uiteindelijk te komen tot die sterke gemeente, die het verschil kan maken.

woensdag 22 augustus 2012

6 redenen om niet te gaan stemmen

De verkiezingsstrijd is nog niet begonnen of ik ben het eigenlijk nu alweer zat. Het vooruitzicht van drie weken politiek gekakel maakt me argwanend om de radio aan te zetten. De komende weken trekt dit circus zonder visie, met acts vol grappen, grollen en oneliners door het land. Binnenkort ook in een theater bij u in de buurt. U kunt besluiten te gaan of thuis te blijven, want u moet niet stemmen, u mag. U mag ook thuisblijven. Gewoon besluiten dat u een keertje niet mee doet omdat de holle frases van de leeghoofdige roergangers niet in uw wereldbeeld passen. Deze generatie van politici is, na vijf verkiezingen in tien jaar, gewogen en te licht bevonden. Daarom hieronder zes redenen om niet te gaan stemmen.

De algehele crisis

In een crisis verlangen mensen naar vroeger. Dat is jammer, want je kunt een crisis alleen oplossen door te verlangen naar de toekomst. Maar het publiek kan van onze knuffelberen krijgen wat ze willen. Ze buitelen over elkaar heen in hun hang naar het verleden. Zo wil de VVD terug naar 2005, de SP terug naar de jaren vijftig en de Lijst Wilders wil onze beschaving terugwerpen naar de donkere middeleeuwen. Politiek anno 2012 gaat over de vraag wie het hardst achteruit durft te boeren.

De gezondheidszorg

Het trieste dieptepunt van alle verkiezingsprogramma’s is de paragraaf over gezondheidszorg. Verder komen dan huilen over de kosten van de zorg komen ze niet. Dat de ontwikkelende gezondheidszorg kansen biedt en dat we toe zijn aan onconventionele stappen om die voor de meesten van ons te borgen staat in geen enkel programma. Niemand roept op tot een immigratiebeleid waarbij we goed opgeleide buitenlandse artsen tot onze markt toelaten om de stevige salarissen van specialisten  onder druk te zetten. Geen partij is in staat om de reguliere zorg als een commodity te beschouwen en de kosten van complexe behandelmethodes te accepteren.

De bankencrisis

De bankencrisis van 2008 wordt al sinds 1995 voorspeld door diverse deskundigen. Onze verluchte leiders hadden dus ruim een decennium om de ineenstorting van het economisch systeem te voorkomen. Dat hebben ze niet gedaan, want de boodschap brengen dat ook onze welvaart op gebakken lucht is gebaseerd is voor een beetje carrièretijger niet te verkopen. Dus moesten Wouter Bos en Nout Wellink overhaast op zondagavond naar Brussel om de helft van ABNAMRO te kopen. Bij thuiskomst kwamen ze er achter dat ze de verkeerde helft hadden gekocht. Dus op vrijdag konden ze terug met een nog grotere zak met geld.

De politieke crisis

De politieke crisis van 2011 zat al gebakken in de akkoorden van Maastricht in 1992. Het is eigenlijk nog een wonder dat de monetaire unie pas na twintig jaar implodeert. Want wij hebben in Nederland bange politici, maar in de knoflooklanden is het nog iets erger. Door wel af te spreken dat we één munt kregen, maar geen autoriteit te benoemen, die er op toeziet dat laffe bestuurders belastingen heffen en niet innen, moeten we nu honderden miljarden uitgeven om de verliezen te dekken.

De loonslaven

De kamervoorzitter verzuchtte begin dit jaar dat de tweede kamer meer een doorsnede van de samenleving moet zijn. Ze kijkt niet goed, want net zoals in de samenleving heeft tien procent van de kamer goede, vooruitstrevende ideeën, twintig procent doet nijver zijn werk maar komt niet verder en zeventig procent zit te hopen dat ze zonder al te veel schade de pensioengerechtigde leeftijd halen. "Blijf zitten waar je zit en verroer je niet, houdt je adem in en...."

 

De overheid is als het universum

Hoe harder politici roepen dat er een kleinere overheid moet komen, hoe groter de overheid wordt. De gemiddelde Nederlander werkt per week inmiddels één dag om de sociale uitkering aan een ander te betalen, twee dagen om de immer uitdijende overheid te betalen, één dag om een bancaire instelling zijn bonussen te laten uitbetalen en van wat hij op de laatste dag verdient mag hij zijn gezin onderhouden. Het verbaast me dat mensen op vrijdag nog een halve vrije dag durven te nemen.

#Fail?

Faalt het politiek systeem? Ik denk het niet. Aan het systeem is niet zoveel mis. Er is iets mis met de mensen die zich aangetrokken voelen om een rol in dat systeem te spelen. Het enige wat je het systeem kan verwijten is dat er onvoldoende checks and balances in zitten om te voorkomen dat types die nergens anders terecht kunnen zich binnen een kiesvereniging een weg naar de top likken voor zichzelf en hun vriendjes. De belangrijkste vraag van 2013 wordt hoe we mensen met visie kunnen verleiden hun plaats in te nemen in de politieke arena. Zodat we bij de volgende verkiezingen (die van 2014) een keuze maken uit verkiezingsprogramma’s die ons een toekomst voorspellen, voorgedragen door mensen die wél durven te vertellen dat het vroeger niet altijd beter was.