woensdag 7 november 2012

Overpeinzingen van een kamerlid

Het regende zo hard dat hij op het korte stukje van de auto naar de voordeur zijn pak verpestte. Dat kon er ook nog wel bij na zo’n rot avond. Hij had de hele terugweg naar huis naar zijn ruitenwissers zitten kijken in een pikdonkere nacht. De hele tijd speelde door zijn hoofd de vraag “Waar is het verkeerd gegaan?”

Ging het verkeerd in dat troosteloze zaaltje, waar de aanwezigen zich niet in het gelid lieten krijgen? De opdracht die hij had was een eenvoudige: Maak ruimte, zodat mensen hun gal een uurtje kunnen spuwen en zorg ervoor dat ze zich daarna schikken in hun lot. Het zou voor hem gesneden koek moeten zijn. Vaak gedaan, nooit een probleem.

Het pakte anders uit. Hij trof een troep getergde leeuwen. Hij probeerde zich eruit te redden door toe te geven dat het verhaal niet goed was geweest, maar de bezoekers lieten zich niet vermurwen: Wat verkeerd is blijft verkeerd, zelfs als je het goed communiceert. De sfeer werd zo pertinent dat hij bijna had toegegeven dat ze echt een verkeerd besluit hadden genomen.

Was het misschien vòòr die avond fout gegaan? Bij voorbeeld op het moment dat hij door de chef werd gebeld met de mededeling dat de onderhandelingen geslaagd waren en hij er alleen nog maar even een handtekening onder hoefde te zetten. Hij is een altijd bedachtzame kerel, die de ruimte neemt voor zijn afwegingen, maar nu tekende hij zonder nadenken. Achteraf vond hij dat vreemd, zeker toen de pleuris uitbrak en de uitwerking van het akkoord in volle hevigheid tot hem doordrong.

Gedeelde smart is halve smart. Ook zijn collega’s hadden zich laten verrassen en tekenden het voorgelegde onderhandelingsresultaat. De enkeling die een kritische vraag stelde werd door de chef weggelachen met de opmerking “dat we hier zijn voor de hoofdlijnen en niet voor de twee cijfers achter de komma”. Wie daarna nog wat sputterde werd door zijn loopjongen met een vilein lachje verder in de hoek gedreven.

In de dagen die daarop volgden leek het van kwaad tot erger te worden. Na de publicatie van het akkoord buitelde het journaille over elkaar heen. Tot overmaat van ramp begonnen de loopjongens van de chef berichten de wereld in te sturen die de ellende alleen maar verergerden en riep de chef zelf in het openbaar dat hij de gewraakte maatregel “niet had hoeven nemen.” Uiteindelijk was de rebbellerende meute van vanavond de voorlopige apotheose van de gevreesde volksopstand.

Hij liep naar de keuken, hing zijn verfrommelde colbertje naast zijn even verfrommelde ego en schonk zichzelf een glas whisky in. “Morgen,” dacht hij, “Morgen loop ik bij de chef langs en zeg hem dat we ons vergist hebben. We breken het contract open en beginnen opnieuw.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten