dinsdag 26 februari 2013

Alleen maar verliezers

(een triest verhaal)

De ontboezeming van één van mijn relaties, nadat hij een investering van een miljoen euro moest afschrijven in verband met een faillissement, was: ”Ik kwam er achter dat ik begon met investeren, maar eindigde met geld uitgeven.” Ondanks alle goede bedoelingen van de directie bleef de omzet achter bij de prognose, terwijl de kosten bleven toenemen.

Met de wijsheid achteraf kan je stellen dat de directie en de financier op basis van een te mager plan zijn vertrokken. De eerste investering was vijf ton, de omzetprognose voor het eerste jaar was al twee miljoen Euro, en zou in vijf jaar oplopen naar tien miljoen. Toen na een jaar de eerste inleg op was en de omzet op nog geen half miljoen stond kwam de vraag om bij te storten.

Het is het moment waar elke investeerder voor vreest. Niet bijstorten betekent over het algemeen het direct afschrijven van je investering, terwijl met wat extra geld de onderneming misschien over het dode punt kan worden heengetrokken. Dus vaak wordt er een flinke som naast gelegd in de hoop “het verlies goed te maken” Dat was het moment waarop mijn relatie van “investeerder” een “suikeroompje” werd.

Het antwoord op de vraag waarom de omzet slechts de helft van de prognose was, was onbevredigend en vaag. Er waren partners “die het niet begrepen”, een publiek “dat er nog niet aan toe was” en meer van dat soort externe excuses. Het lag natuurlijk vooral niet aan de directie en het inmiddels aangenomen personeel en het was een kwestie van “wachten tot de markt het oppakt”.

Het plan waarop de onderneming gestart was kwam niet meer boven tafel. Het had ook weinig nut gehad, want er was geen rekening gehouden met zwaar weer. Er was een berg onverkochte voorraad (Die later onverkoopbaar bleek) en in blinde paniek gaf het jonge bedrijf een ruk aan het roer naar de volgende koers. Er was nog steeds geen onderzoek gedaan naar de wens van de klant en de complete organisatie zat te wachten tot de buitenwereld in actie zou komen.

In de erop volgende periode zou het bedrijf nog twee keer van koers wijzigen, tot het bij gebrek aan brandstof stil kwam te liggen. De investeerder was het eindelijk zat. Hij zag zijn bedrijf geen meter dichter bij de markt komen, terwijl die andere meter (de kosten) stevig doorliep. Weer wachtte het bedrijf tot de buitenwereld in actie kwam, maar nu kwam de buitenwereld met claims en incasso’s.

(Naschrift Luctor: De eerste versie van dit blog staat op de site van GHP. Het is niet mijn gewoonte om op Luctorblog zakelijke blogs te plaatsen. Helaas is bovenstaand verhaal waar, en heeft het meer effect op de samenleving dan op het eerste gezicht lijkt. Niet alleen is er  veel geld van aandeelhouders verdampt, maar ook personeel en crediteuren van dit bedrijf zijn de dupe. Het is een spel geweest met alleen maar verliezers. Dat is maatschappelijk relevant)

dinsdag 19 februari 2013

Overbruggen- Boskoop blijft Boskoop

Op 31 december 2013 heffen we de gemeente Boskoop op en gaan we samen met Alphen en Rijnwoude verder in de gemeente Nieuw Alphen aan den Rijn. Bezorgde burgers vragen wat er gaat veranderen. De VVD Boskoop stelt hen gerust. Er gaat niets veranderen. Boskoop blijft Boskoop.

De meeste inwoners van Boskoop kennen de gemeente gelukkig als een instituut dat op enige afstand van hen staat. Je komt bij de gemeente voor een paspoort of rijbewijs, verder heb je er geen bemoeienis mee. Dat de gemeente andere zaken zoals wijk- en groenbeheer voor ons regelt, dat de straten worden onderhouden en de verlichting brandt, dat zijn zaken die we, terecht, als vanzelfsprekend aannemen.

Boskoop maakt afspraken met de fusiepartners over die voorzieningen. Zo komt er een afdeling van wijkbeheer op het ITC en is er een stevig gesprek gaande over het onderhoud van de openbare ruimte. Er gaat geen gesprek voorbij zonder aandacht voor die kenmerkende zelfredzaamheid van de Boskoopse burgers, die het liefst hun leven leiden zonder al te veel inmenging van de overheid, maar die wel verwachten dat die overheid er op belangrijke momenten voor hen is.

Er is echter één punt waarop de nieuwe gemeente net zo weinig voor Boskoop kan betekenen als de oude gemeente en dat is, moeilijk gezegd, het bevorderen van de sociale samenhang. Samenleven doen we zelf, geen gemeente die dat kan bevorderen of ontmoedigen. Het vraagt wel actieve deelname van ons, burgers, want een gezellig dorp krijg je niet cadeau. We moeten er iets voor doen.

Gelukkig kent Boskoop een rijk verenigingsleven, waar vorig weekend De Krooshappers weer een schitterend voorbeeld van gaven. Naast de vrolijke carnavalsvierders die we in ons straatbeeld zien zijn de leden het jaar rond bezig met het doen van huisbezoeken, sociale ondersteuning en andere kleine maatschappelijke taken die niet opvallen.

Zorg voor je buren is voor onze samenleving belangrijk. We moeten daar allen aan meewerken en de overheid heeft er niets mee te maken. Fusie of niet; als wij besluiten dat we Boskoop blijven, blijven we Boskoop.